Keurig gekapt. Nette kleren aan. Opgeruimd gemoed. De beste versie van jezelf. Lachen en gaan. De leuke dingen in het leven.
En over moeilijke onderwerpen zwijgen, als het maar gezellig is. Zo was het in het echte leven heel lang.
Instagramperfectie avant la lettre.
Nu hoor ik vaak dat dat de klacht is over sociale media, waar iedereen een meer of minder geënsceneerde versie van zichzelf laat zien. Meer of minder perfect. Dat laatste is wel het streven, zelfs in onze kwetsbaarheid. Want die mag, zo komt het me toch nog vaak voor, niet te ongemakkelijk voelen voor de anderen.
Ik vind het niet erg om over mezelf en mijn eigen leed te spreken indien nodig.
Soms vinden mensen dat exhibitionistisch of navelstaarderig. En dan mag. Ik denk dit: Als ik mijn ervaringen voor mezelf zou houden, dan zou ik menen dat het wel heel bijzonder was wat ik heb meegemaakt.
En ik denk zelden dat wat ik heb meegemaakt bijzonder is. Ik ben er namelijk van overtuigd, verschillende cijfers ondersteunen mijn gedachten ook, dat de keren dat ik seksueel misbruikt ben door een man, ik gehaat werd door een groep vrouwen (mogelijk nog veel vervelender) dan één, de momenten waarop ik ontdekte dat ik een grote fout had begaan, een toxische relatie had… Die zijn helemaal niet uniek. Er zijn me vele vrouwen, mensen, voor gegaan.
Het idee dat je beter niet over problemen kunt praten isoleert, geeft je gevoelens van schaamte en zorgt er bovendien voor dat informatie over hulp en helpende dingen niet worden gedeeld.
Weet je wat het is, we praten heus wel. We praten er met zijn allen alleen niet rechtstreeks over. Over wat we zelf hebben meegemaakt, over wat anderen mee maken. Roddelend, hypotheses vormend.
Wil je beweren dat je het nooit over anderen hebt? Over dingen die je met henzelf een stuk minder gemakkelijk zou bespreken?
Door te zwijgen houden we een schaamtecultuur in stand. Jonge mensen gaan zich er, net als door sociale media, heel ongelukkig en onveilig door voelen.