(Voordracht Open Podium Op Ruwe Planken Boekenweek 2023; Ik ben Alles)
Al mijn hele leven ben ik bijna altijd nummer één. Als eerste in alfabetische volgorde. Ik vind mijn achternaam intimiderend. Op één staan wekt verwachting.
Mijn grootvader, die A. van der Aa heette, woonde op de Puttelaar met postcode 5411 AA. Hij was getrouwd met Anna de Laat – van der Aa. Ze woonden in Zeeland.
In het begin van het digitale tijdperk gaf dat bij invoer in de database van de pensioen administratie dikke error. Om het pensioen toch uit te keren werd op sommige plekken in plaats van een A een X ingevoerd. Van der X. Dan zak je per direct heel wat naar beneden.
Ik heb een drang naar succes. Wat opmerkelijk is aangezien dat succes mij nog steeds niet echt wil lukken. Wanneer stop je eigenlijk met proberen? Is het niet logisch om te stoppen, met iets dat niet lukt?
Ik ben nergens echt goed in. Ik heb weinig commercieel talent, kan niet hoofdrekenen en ik stofzuig zelden. Van vreemden krijg ik de zenuwen en ik heb interesses die niemand iets kunnen schelen.
Ik vraag me na drie studies, een handvol heel verschillende jobs en wat therapie af,
wat ik met mijzelf en mijn leven aan moet.
Jammer dat mijn achternaam niet helpt, in het vinden van richting. Wilma Graat bijvoorbeeld, zij verkoopt vissen. In Overijssel is de uitvaartonderneming van meneer Kist. Diana Woei werd weervrouw, Fahrad Hoesseini fietsenmaker. Herman Tits is een plastisch chirurg en Danny Deneuker is burgermeester van het Belgische dorpje Kuttekoven.
Ah. Van der A. Alphaman, Astronaut.
Apenverzorger, Acrobaat, Artiest,
Aspergesteker, Activist, Advocaat,
Arrangeur, Architect, Auteur,
Alchemist, Agent, Arts.
Alles.
Alles kan op papier.
In het echt kan ik vooral dingen waar je niet veel aan hebt. Voor een tamagotchi zorgen, de radslag of een hele appel met kroos en al opeten. Rechte lijnen trekken zonder liniaal. Lachen. Om woordgrappen. Ik had Assepoester met veel plezier geholpen met het uitzoeken van die erwten en linzen. Mijn brein heeft iets met patronen en patronen zijn gemaakt van herhaling, van almaar hetzelfde, tegen de achtergrond van iets anders. De hele wereld is opgebouwd uit details, die de uitzondering vormen op de regel.
Ik ben chronisch afgeleid én oververmoeid.
Ik krijg tips: Bijvoorbeeld dat ik ‘gewoon’ mezelf moet zijn. JA, wie anders?
Bijvoorbeeld dat ik ‘gewoon’ mijn hart moet volgen. Maar dat ding zit hier en gaat toch helemaal nergens heen?
Er is één ding, waar ik wel echt goed voor ben, maar ik weet niet of het telt. Ik kom toe met weinig.
Door mijn gebrek aan succes is mijn ecologische voetafdruk heel klein. Ik recycle. Ik gooi nooit restjes eten weg en mijn sociale huurwoning heeft energielabel A.
Ik heb geen Auto. Ik eet geen Anderen. Ik heb geen afstammelingen. En ik koop spullen die al een keer van iemand anders zijn geweest.
Daarom ben ik niet slecht voor het behoud van deze Aarde. Dus ik denk dat ik nog even blijf. Want het is hier best aangenaam. Eigenlijk.