‘Mam, wat is een hoer?’

‘Hoe kom je dáár nou bij?’

In het Brabants Dagblad had een spread gestaan over Madonna, compleet met grote foto. Oma had me de spread eigenlijk niet willen meegeven. Ik had het enorme vel als poster in mijn kamer opgehangen.

‘Een hoer is een vrouw die haar lichaam verkoopt.’

Tot op de dag van vandaag vind ik het een rare term. Mensen die zich prostitueren verkopen niet hun lichaam, ze verkopen een performance. Dat lichaam, dat houden ze gewoon zelf.

Al meer dan twintig jaar passeer ik, als ik vanuit mijn wijk richting het station moet, de tippelloods waar vrouwen rondhangen, omgeven door vriendjes, dealers en dievengilde. En cruisende klanten. De loods waarin mannen betaalde seks hebben, is verboden toegang. Je mag er alleen binnen als je komt voor een zakelijke transactie.

Onbereikbaar voor het publiek dus, was het artistieke proces dat in de tippelloods gaande was: een project door POPOP (Joos van der Zanden en Els Jacobs) waarbij kunstenaars, Iris Zorg en vrouwen zelf betrokken waren.

Geen aansluitende opening, geen kunstpubliek. Geen glazen die geheven worden bij woorden van dank aan de betrokkenen. Een open dag in de tippelloods, tegen stigmatisering, is de wens van een van de oudgedienden en betrokkene bij dit project. Zodat je met eigen ogen kunt zien dat dit een belangrijke plek is. Ook omdat daar bruggetjes kunnen worden gelegd naar betere oorden. De verslaving uit. Ander werk misschien. Het is politiek lastig.

Voor een plek die ternauwernood gedoogd wordt zijn er veel regels. Het is er koud, vochtig en het ruikt er naar het typische schoonmaakmiddel dat hier gebruikt wordt om de loods elke dag schoon te spuiten. Bij de kunstenaars leeft de hoop dat door de artistieke interventies de mannen wat menswaardiger zullen zijn.

De vrouwen mochten kiezen welk behang er werd geplakt op de schotten die de werkplekken van elkaar scheiden. Ze waren van harte uitgenodigd om te komen helpen plakken. Maar ze hebben dringende bezigheden elders.

In mijn fantasie betaal ik een van de meisjes de twintig euro die samenzijn met haar hier kost, we lopen de loods binnen en we praten. Over de prachtig genaaide vlaggen van Ans van der Vleuten, die in de nok hangen. Een schelp, een sinaasappel, een anthurium. Natuurlijke vormen die zinspelen op aspecten van het liefdesspel. De muurschildering van Gigi van Grevenbroek aan het eind van de loods, met contrasterende kleuren en psychedelische herhalingen. In gedachten kun je erin verdwijnen en weer bovenkomen in de ritmes die de grijze verf met het behang op de schotten toont.

We zouden, bungelend met onze benen, zittend op het roestvrijstalen ding in de voetgangersafwerkplek praten over hoe vroeger de roze koeken smaakten. We zouden gewoon allebei mens zijn. Even.

Ik denk dat project Tippelzone boven alles laat zien dat het hier over mensen gaat. En dat het ingewikkeld is. Voor de dames. En met een beetje inlevend vermogen moet deze plek voor de mannen eveneens gecompliceerd zijn.

De anthurium komt terug op verschillende plekken in de loods en daar blijven mijn laatste gedachten achter hangen. Een anthurium lijkt behoorlijk nep in al haar perfectie. De ironie wil, dat pas als de anthurium beschadigd is, je direct ziet dat het om iets levends gaat. En dat, zo’n kleine beschadiging op iets levends, is bijna als een stigma, waardoor je misschien vergeet dat het nog altijd van waarde is.

Kunst is het domein van de verbeelding en het toont soms ook wat de verbeelding niet invullen kan. Misschien dat kunst daarom beweegt tussen uitersten: activistische, sociale, realistische inslag of surrealistische of abstracte benadering. In ieder geval wijst kunst ons een richting, een uitnodiging om verder te kijken dan onze neus lang is.

Bij artistieke ingrepen in een sociale context is de kunst vaak niet voor iedereen. Alleen voor een select groepje mensen. ‘Het’ gebeurt tussen de kunstenaars en de deelnemers, waar wij als buitenstaander dan nauwelijks direct resultaat van zien. Sommige mensen wennen er moeilijk aan, dat kunst als handeling in een kleine groep van waarde is. Hopelijk gaan deze handelingen, op deze plek, voor tenminste één specifieke enkeling van enórme waarde zijn.

(In opdracht van Beeldende Kunst Nijmegen en Into Nijmegen)